Bij het herhalen van kansexperimenten krijg je te maken met twee verschillende vormen van herhalen, namelijk trekken met terugleggen en trekken zonder terugleggen. Bij één van deze twee vormen kun je ook gebruik maken van het vaasmodel om de kansen te berekenen. In uitlegvideo 1 leggen we het verschil uit tussen trekken met en zonder terugleggen en laten we zien voor welke van de twee vormen je ook het vaasmodel kunt gebruiken.
Bij onderzoek onder een grote populatie is het ondoenlijk om de gehele populatie te ondervragen. Vandaar dat vaak een representatieve steekproef wordt gedaan. Je zult zien dat bij het nemen van een kleine steekproef uit een grote populatie het verschil in kansen tussen met en zonder terugleggen verwaarloosbaar wordt. Wat het voordeel hiervan is en hoe je hier vervolgens mee rekent, wordt uitgelegd in uitlegvideo 2 en 3.
- Uitleg 1: Trekken met terugleggen en zonder terugleggen
- Uitleg 2: Kansrekening bij een kleine steekproef uit een grote populatie
- Uitleg 3: Kleine steekproef uit grote polulatie (voorbeeld)
Dit bericht heeft 0 reacties