Wat is flip the classroom?
Steeds vaker hoor je de kreet voorbij komen. Het is een hot item in onderwijsland. Een concept wat onlosmakelijk verbonden is met de opkomst van internet en multimedia. Maar zo nieuw is het niet. Al meer dan 15 jaar wordt er door verschillende docenten met dit concept geëxperimenteerd. Inmiddels zijn (vooral amerikaanse) universiteiten bezig college’s op deze manier vorm te geven. Maar wat is het nu precies? Wat zijn de voordelen ervan?
Het flip the classroom principe komt neer op het omdraaien van de twee hoofdelementen die gemoeid zijn met onderwijs: kennisoverdracht & kennistoepassing. In het conservatieve model wat al duizenden jaren gehanteerd wordt, was het klaslokaal de plaats waar kennisoverdracht plaatsvindt en paste men deze opgedane kennis in de vorm van huiswerk toe. Het woord zegt het al huiswerk, kortom thuis je hersens kraken over (moeilijke) vraagstukken behorend bij de nieuwe kennis. Het flippen van de klas houdt dus in dat de leerling of student thuis via video de kennis overgedragen krijgt en in de les actief aan de gang gaat met het toepassen van deze opgedane kennis.
Aan het conservatieve model heeft het voordeel tot het stellen van vragen tijdens de uitleg. Verder heeft het het voordeel dat leerlingen of student zich thuis in de stof vast moeten bijten en flink moeten zwoegen op sommige vraagstukken. Dit kun je als een plus ervaren omdat dit doorzettingsvermogen kweekt. Maar is dit realistisch? Kweken veel leerlingen in deze situatie doorzettingsvermogen? Of komen ze de volgende les in met de opmerking Ik snapte niets van het huiswerk. En de vragen tijdens de les: komen die van alle leerlingen of slechts van een aantal? En hoe ervaren de andere leerlingen dit oponthoud?
Het conservatieve model is gebaseerd op de gedachte dat je een lokaal vol met leerlingen hebt, die allemaal op hetzelfde tempo stof opnemen, kortom dezelfde intelligentie en hetzelfde leertempo hebben. Een leraar was immers vroeger niet in 30-en te splitsen. Is deze overtuiging nog wel van deze tijd? En kunnen we al de verschillende intelligenties en snelheden niet veel beter bedienen door gebruik te maken van alle multimedia die er tegenwoordig voor handen is?
Door het inzetten van kennisoverdracht door middel van video’s, die via een ELO, blackboard-site of gewoon via YouTube te zien zijn, is een docent in staat om zijn kennisoverdracht op maat voor iedere leerling te verzorgen doordat leerlingen nu op elke plek, op elk gewenst tijdstip juist die uitleg kunnen krijgen die ze nodig hebben. Ook het terugkijken na een periode is een mooi bijkomend element. Wanneer uitleg te snel gaat kan een leerling pauzeren en een element uit de videouitleg opnieuw bekijken. Tijdens de les wordt de volledige lestijd vrijgemaakt om in te zetten voor werkvormen, individueel werk en vragen, dit alles onder het toeziend oog van de docent.
Het gezegde al doende leert men is hier een mooie samenvatting van. Leerlingen leren van elkaar en met elkaar. Dit in een tijd dat de mobiele communicatie via internet de horizon van de mens vergroot, maar tegelijkertijd ook de mens in isolement brengt, door de fixatie op het mobiele apparaat. Juist nu is het tijd dat interactie gestimuleerd wordt. En welk moment is beter dan de tijd tijdens de les als alle leerlingen al bij elkaar zitten? De primaire taak van de docent shifts van kennisoverdracht naar een begeleider en richtinggever van het leerproces.
Dit bericht heeft 0 reacties